BRAAM / DE JOODE / VATCHER

© Cees van de Ven

donderdag 19 maart 2009
Trio BraamDeJoodeVatcher + gastspeler Bart Maris


Het trio BraamDeJoodeVatcher bestaat uit drie van de meest eigenzinnige musici uit de Nederlandse jazzscene, voor wie muzikale vrijheid en avontuur voorop staan. Hoewel de composities van Michiel Braam zijn, heeft ieder een volstrekt gelijkwaardig aandeel in de muziek.

Het drietal houdt van het experiment en avontuur, en nodigt dan ook voor het Trio BraamDeJoodeVatcher Quartet telkens een gast uit die afkomstig is uit de plaats of regio waar het optreden plaatsvindt. In JazzCase is de geïnviteerde gast trompettist Bart Maris, die ook eerder al met Moker op het programma staat.

Of Bart Maris een meerwaarde toevoegt kan het publiek zelf beoordelen, want de eerste helft van het programma wordt gespeeld door het trio alleen.


Michiel Braam (piano), Wilbert de Joode (bas), Michael Vatcher (drums) en Bart Maris (trompet)


De inspiratie van het moment

Onlangs was het Trio BraamDeJoodeVatcher te gast in JazzCase Dommelhof. Zonder een van tevoren afgesproken setlist en enkel gewapend met een dertigtal composities van de hand van Michiel Braam, stapte het trio in Neerpelt het podium op. Avontuurlijk en spannend zou het worden, want deze drie heren staan geboekstaafd als Nederlands meest eigenzinnige musici, voor wie muzikale vrijheid en avontuur voorop staan.

Deze dertig cues vormden de basis, de sleutels voor het muzikale avontuur, voor het overige was alles vrij en open, waardoor het concert alle richtingen uit kon. De aanpak van het trio is om elkaar improviserend te vinden en één van de dertig composities aan te reiken, waarop de anderen dan spontaan kunnen inhaken. Welke van deze composities, de volgorde waarin en hoe deze aan elkaar zouden worden gesmeed; dat bleef ook voor de muzikanten een verrassing. De enige leidraad hierbij was de inspiratie van het moment zelf.

Als toeschouwer was het even wennen aan deze manier van musiceren, waarbij improviserend van de ene naar de andere de stapsteen werd overgegaan, wat een muzikaal patchwork van wisselende melodieën, sferen en ritmes opleverde. Vaak was de matching van de cues perfect, maar soms was het aarzelend zoeken en aftasten van de muzikanten om in een bepaalde cue terecht te komen voelbaar, en werd de spanning tussen de opeenvolgende cues net iets te lang aangehouden. Een spanningsveld dat vaak verrassend was in de wendingen die het zoeken aannam en de richting die het uitging. Niet altijd even gemakkelijk voor de toehoorder, omdat voortdurend verwachtingspatronen doorbroken werden. Als je meende in de groove te zitten en het ritme van de swing beet te hebben, werd deze ook weer even abrupt door het trio verlaten.

De eerste set van het concert bestond uit drie uitgesponnen en titelloze werkstukken, die ruim veertig minuten duurden. Het openingstuk werd meteen hectisch en heftig ingezet met een stevig ritme en een melodie aangegeven door Braam op piano, die Vatcher met strakke en droge percussie en De Joode op contrabas in alle heftigheid deden aanzwellen. Deze stevige groove werd afgewisseld met meer melodieuze passages die soms naar het swingende toe neigden.

Het aanvankelijk bizar aandoende bladeren in de partituren, het opgestoken vingertje of het door de muzikanten roepen van het nummer van een bepaalde cue, bleek al gauw een volwaardige part-of-the-show-gimmick te zijn, waar je al verwachtingsvol naar uitkeek als een bepaalde melodie dreigde vast te lopen en je hoopte op nieuwe riffs met nieuwe spannende wendingen.

Bij cue 22 herinner ik me een spanning opbouwende ritmische beat, bluesy en bovenal erg toegankelijk. Tot het stokte en ontspoorde met een expressieve en geanimeerde drumsolo van Vatcher, die je volledige aandacht opeiste. Via de tussenstops, waar het zoeken en aftasten was welke richting het uitkon, werd overgeschakeld op een trager ritme met een andere klankkleur.

Als toeschouwer ben je zo geconditioneerd, dat je verwacht dat de muzikanten na improvisatieuitstapjes terugkeren naar de basismelodie. Hier gleed het trio vlotjes, maar ook soms met horten en stoten, van de ene melodie over in de andere, wat soms een totale stijlbreuk meebracht en waardoor de werkstukken collages van afzonderlijk gecomponeerde muziekstukken werden.

Bij elk concert nodigt het trio voor de tweede set een gast uit de regio uit. In JazzCase was dit trompettist Bart Maris. Aan de toog, tijdens de pauze, vertrouwde hij me toe zenuwachtig te zijn, omdat hij niet alle cues ten volle kende. Maar eenmaal op het podium was een uiterst alerte Maris prominent aanwezig. Hij zat er meteen helemaal op, wat voor een aantal kippenvelmomenten zorgde. Rustig beginnend, met stukjes free jazz, met een grappige muzikale conversatie met contrabassist De Joode, ingetogen en subtiel in de melodieuze passages, waanzinnig fragiel en mooi. Maar ook in de meer swingende en ritmische stukken was het genieten.

Als gastmuzikant is het erg belangrijk de cue-hints te herkennen wanneer ze worden aangegeven, er op in te pikken en er iets creatiefs mee te doen. Dit vergt naast het elkaar naadloos muzikaal aanvoelen vooral veel lef en werkt alleen in een sfeer van wederzijds vertrouwen. Maris wist zich gedragen door een subliem trio en voelde zich als een vis in het water, wat hem toeliet voluit te gaan. Dat zorgde voor hemelse momenten.

(Robert Kinable)

Klik hier  voor een fotoverslag van dit concert door Cees van de Ven.