EVE BEUVENS QUARTET

© Cees van de Ven

donderdag 22 februari 2018
Eve Beuvens & Mikael Godée Quartet


Eve Beuvens was aanvankelijk leerling van Nathalie Loriers, Diederick Wissels, John Ruocco, Kris Defoort, Garrett List en John Taylor. Vervolgens speelde ze samen met verschillende muzikanten zoals David Linx, Fabian Fiorini en Nicolas Thys en werd ze een vast lid bij Tribute, het Schinkentanz New Quintet, de Brussels Little Big Band en de Sidewinders. Maar daarnaast heeft ze ook haar eigen duo met Mikael Godée, haar trio met Yannick Peeters en Lionel Beuvens en haar kwartet met Peeters, Beuvens en Joachim Badenhorst.

Mikael Godée is een Zweedse jazzmuzikant, bekend van bands als Änglaspel en Corpo. Via Myspace ontdekten beide muzikanten elkaar en het bleek al snel dat hun talenten voor elkaar waren gemaakt. Het duo werd aangevuld met de charismatische muzikanten Johan Birgenius (drums) en Magnus Bergström (bas). Het kwartet bracht in 2013 een cd uit met de mysterieuze titel ‘MEQ’. Hierop is te horen hoe de vijf composities van Godée en de vier nummers van Beuvens perfect in elkaar overvloeien en complementair zijn aan elkaar qua melodische lyriek en gevoel voor ritme.

Frisse, intelligente en hedendaagse jazz en sterke composities brengen u in een serene rust.


Eve Beuvens (piano), Mikael Godée (sopraansaxofoon), Magnus Bergström (contrabas), Johan Birgenius (drums).

Muziek als antidotum voor jachtigheid

In de periode dat de Hijra nog niet in voege was en Medina nog gewoon, zoals vanouds, bekend stond onder de naam Yathrib, was de tribale manier van leven in Arabië grofweg gestoeld op twee culturen: de bedoeiënen- en de oasecultuur.

Op zondag 12 november – de afsluiter van het Sonic City festival – bevonden we ons duidelijk bij de bedoeiënen, een patriarchale cultuur waar vrouwen een ondergeschikte rol hebben. Dat was ook het geval op vernoemd festival, ook al werden er wat dames op de affiche gedropt in naam van de 'genderdiversiteit', punt is dat niemand kan ontkennen dat het een en al etaleren van testosteron was. Met de sonische pletwals van Thurston Moore, Stephen O'Malley en Mats Gustafsson in het achterhoofd, hoor je ons daar overigens niet over klagen, integendeel!

Daarentegen stonden we op donderdag 16 november met beide voeten midden in een oase, een matriarchale cultuur waar vrouwen de leidende rol spelen en in alle vrijheid en ongedwongenheid een of meerdere mannelijke partners mogen kiezen.

De vrouw van dienst op deze donderdagavond was Martina Verhoeven (piano), de mannelijke partners waren Dirk Serries (akoestische gitaar), Jan Daelman (fluit), Colin Webster (altsaxofoon), Nils Vermeulen (contrabas) en George Hadow (drums). Inderdaad, niet minder dan vijf mannen, die allen te samen naar de gunst dongen van Martina en dit gedurende een één uur durend live stuk, dat gebracht werd in het kader van JazzCase te Neerpelt.

Het stuk - oorspronkelijk geschreven door Verhoeven - werd ontdaan van alle mogelijke ballast tot enkel nog het referentiekader en het absolute minimum aan textuur overbleef. Met gerechte rug - een positie die gedurende het volle uur nauwelijks zou wijzigen - nam Martina plaats achter de vleugelpiano en gaf de aftrap door zeer spaarzaam, met veel geduld (die minuut stilte als begin was reeds veelzeggend) en gevoel voor precisie en evenwicht net die paar piano-aanslagen de muisstille ruimte in te sturen. Het was het begin van een verbluffend staaltje minimalisme, dat van muzikanten en publiek opperste concentratie vroeg. Maar wat volgde was niet minder dan een uniek concert.

De heren muzikanten voelden aan waar de pianiste hen heen stuurde en antwoordden ieder op hun manier door de contrabas zachtjes te laten brommen, de cimbalen in de verte te laten piepen, de gitaar zachtjes te laten resoneren, de saxofoon te laten zoemen of de fluit te laten fluisteren. Nooit was er ook maar één moment waarop een der heren de drang voelde om zich te laten gaan, integendeel. De ingetogenheid, de spaarzaamheid en de subtiliteit waarmee klanken de ruimte in geprojecteerd werden, was niet alleen van een ontwapende schoonheid, maar gaf vooral te kennen dat elkeen begreep dat nuance, stilte en ruimte een essentieel onderdeel vormden van de muziek. Het was haast een onzichtbare maar op een of andere manier voelbare kracht die aanwezig was.

En het publiek was, een kleine uitzondering daargelaten, muisstil. Elke vibrerende toon, elke resonantie, elke klik, elke tik, elke stilte, elke echo... alles was hoorbaar en werd geconsumeerd door het publiek, dat langzaam maar zeker tot op het puntje van de stoel gedreven werd. Wat zich voor onze ogen afspeelde, was niet minder dan verbluffend.

Langzaamaan ontvouwde zich een prachtige en complexe dialoog tussen topmuzikanten, een dialoog die enkel en alleen bestond uit geduldige en spaarzame klanken, soms solo (Vermeulen en Hadow voelen hun instrument perfect aan), soms in duo (de magische blend van sax en fluit was ronduit hallucinant), soms ondersteunend (in opperste concentratie voelde Serries precies aan wanneer hij aan een snaar moest plukken).

Als stuurvrouw van deze prachtige miniatuurmuziek zat Martina Verhoeven, nog steeds met kaarsrechte rug, achter de piano, motieven spelend waarbij zachtjes en zonder dwang de richting werd aangegeven, daarbij steeds geduldig kijkend naar haar mannen, die allen de vrijheid van improvisatie hadden meegekregen zonder het onbetwiste leiderschap van de oasekoningin te verloochenen.

De minuten durende stilte alvorens Verhoeven aanvoelde en te kennen gaf dat het stuk zijn einde bereikt had, was een ontwapenend en ontroerend moment, voor publiek maar vooral voor de muzikanten zelf die gedurende een uur in opperste concentratie en met haast eindeloos geduld een prachtig stuk neerzetten. Een muzikaal werk dat als antidotum kan dienen voor de alomtegenwoordige jachtigheid. Respect.

(Jurgen Moortgat)

Klik hier voor foto's van dit concert door Cees van de Ven.