PAUL VAN GYSEGEM

© Cees van de Ven

donderdag 19 september 2019
Paul Van Gysegem
(in residence)


Vijf muzikanten met een indrukwekkend palmares en bekend in het jazzmilieu duiken in de studio gedurende enkele dagen in het kader van een residentieel project voor JazzCase. Ze stellen het resultaat van hun creaties voor in een afsluitend concert bij JazzCase in Dommelhof. Hun project wordt een zoektocht rond vrije improvisatie: tegendraads, non-conformistisch, met drang om gewaagde expressievormen uit te proberen. Dus ongetwijfeld avontuurlijk, maar vooral met passie en intensiteit. Er is geen vooropgezet schema vastgelegd, maar terugkerende kenmerken komen ongetwijfeld aan bod: de kracht van de stilte, spanning en ontlading, de balans tussen individuele en collectieve interventies, risicovolle keuzes en klankbehandeling, drive…

Van doorslaggevend belang bij dit kwintet is de kennis en kunde van de muzikanten om een ‘instantaneous idea’ als ‘instant composer’ om te zetten in klanken en geluiden op hun instrument met gepaste intonatie en timbre, om aldus een vernieuwende en passievolle communicatie te ontwikkelen. Geïmproviseerde muziek verankerd in de jazz, wars van traditionele structuren, met onmiskenbare invloeden van etnische muziek en klassieke avant-garde of van meesters uit de klassieke muziek. Verwacht kortom een open dialoog tussen muzikanten en het publiek.

De muzikanten vinden we terug in line-ups van diverse bands. Ze vertegenwoordigen diverse generaties uit de vrije improvisatiemuziek, waarbij enkelen behoren tot de pioniers van deze muziek in België. Zoals de naamgever van dit kwintet, éminence grise Paul Van Gysegem, die speelde met grootheden als Steve Lacy en Mal Waldron.


Paul Van Gysegem (contrabas, cello), Cel Overberghe (tenorsax), Patrick De Groote (trompet, flügelhorn), Erik Vermeulen (piano), Marek Patrman (drums).


Egoloos musiceren in dienst van het geheel

Mijn beeld bij de klassieke kwintetbezetting: de messscherpe, flamboyante solo's van de trompettist, respectievelijk de saxofonist, ego's in de schijnwerpers. Mooi, maar het zou wel iets korter mogen. Idem dito voor de pianist die zo nu en dan al te opvallend uit zijn begeleidersrol valt. De ritmesectie beweegt zich veel meer op de achtergrond, bepaalt ritme en structuur. En ja, soms is daar die solo. Even laten horen dat ze meer kunnen, de bassist en de drummer.

En dan staat Paul van Gysegem met zijn kwintet bij JazzCase in Neerpelt, de opening van een nieuw seizoen, en slaat dat beeld volledig aan gruzelementen. Aan het einde van een driedaagse residentie op deze prachtige plek worden we verrast door een geheel ander beeld, dat in niets lijkt op het hierboven geschetste cliché. Geen grote dynamische contrasten, geen overkill, geen flamboyante solo's, maar ook geen ritmesectie die zich beperkt tot begeleiden.

Dat zit hem deels in de musici die dit kwintet vormen. Drie van de vijf leden, naast bassist Van Gysegem treffen we saxofonist Cel Overberghe en trompettist Patrick De Grootte aan, behoren bij dat selecte groepje musici die eind jaren 60 en begin jaren 70 in België de free jazz op de kaart zette. Ze staan dus ieder reeds zo'n 50 jaar op het podium. Dat heeft als voordeel dat ze weten wat ze willen, weten hoe je samen iets kunt neerzetten wat de luisteraar raakt en bijblijft en hun eigen rol ten dienste kunnen stellen van het geheel. Pianist Erik Vermeulen en drummer Marek Patrman mogen dan nog een stuk jonger zijn, ook zij getuigen van diezelfde houding en beheersen diezelfde muzikale taal. Een taal die gericht is op de schoonheid van de klank, het leggen van verbindingen, het zoeken naar nieuwe wegen in het nu en waarbij het zoeken van de schijnwerpers volledig afwezig is. Egoloze muziek, met name in die eerste set.

Er wordt gesoleerd, zeker. Door Overberghe bijvoorbeeld, maar die solo's zijn dan zo kort dat je er bijna geen erg in hebt dat het een solo is. En bij De Grootte is het al niet veel anders; die speelt zo zacht, fragiel, genuanceerd en in dienst van het geheel dat je ook al niet echt van solo's kunt spreken. De enige bij wie dat onvervalst wel het geval is, is Van Gysegem, die zijn bas opvallend genoeg nogal eens inzet om melodieën te creëren in plaats van een ritmisch patroon neer te leggen en zo bepalend is voor de sfeer in de meeste stukken.

Zoals reeds gezegd, geldt deze wijze van aanwezig zijn evengoed voor Vermeulen en Patrman. We horen ze, maar nooit meer dan nodig is. Dit kwintet speelt de noodzakelijke noten, soms dwarrelend als losse puzzelstukjes die nog in de goede volgorde in elkaar gepast moeten worden, maar ook niet meer dan die noodzakelijke noten. Karige, soms grillige muziek, die veel overlaat aan onze eigen verbeelding en ruimte biedt voor onze eigen mijmeringen. Muziek ook die klinkt alsof het toevallig, terloops tot stand komt, alsof er geen structuur is. Maar blijf luisteren en je ontdekt dat die structuur er wel degelijk is, alleen je bemerkte haar nog niet.

En er is groots samenspel dat klinkt op onverwachte momenten, als de klank van Overberghe's sopraansax zich subtiel mengt met die van De Grootte's flügelhorn, wanneer de bas van Van Gysegem de nabijheid zoekt van Vermeulens piano, of in de complexe patronen die Van Gysegem en Patrman kunnen bouwen. Nooit voorspelbaar, nooit voor de hand liggend, maar altijd ontstaand uit spontaniteit.

Een prachtig concert kortom, waarvan de muziek het zonder meer verdient om uitgebracht te worden in de reeks cd's die JazzCase heeft lopen bij El Negocito Records. Gewoon doen, heren.

(Ben Taffijn)

Klik hier voor foto's van dit concert door Cees van de Ven.